Ontmoet me in Voorlinden

Facetimen met je moeder

Het voelt bijna illegaal om weer in het museum rond te lopen. Na elf weken afgezonderd in huis te hebben doorgebracht mag het eindelijk weer. Met een goede vriendin aan mijn zijde betreed ik onwennig de witte zalen. Door een tijdslot zijn we bijna alleen in het hele gebouw. Er lopen ook enkele suppoosten rond en als we genoeg treuzelen worden wij ingehaald door twee andere bezoekers. Gelukkig, andere mensen. Hoewel ik dankzij persopeningen en zogenaamde instameets gewend ben aan een leeg museum, voelt een écht leeg museum toch anders. Zielloos zou ik het niet willen noemen, maar wel zonder doel. Immers, wat is kunst zonder toeschouwer?

In Museum Voorlinden is de groepstentoonstelling Rendez-Vous samengesteld, juist om die relatie tussen kunst en haar toeschouwer te vieren. Want een kunstwerk werkt alleen maar met een toeschouwer, en afhankelijk van de toeschouwer, werkt een kunstwerk soms nog zelfs béter. Bij het zien van Food for Thought – Al-Mu’Allaqāt (2014) van Maha Malluh begon die goede vriendin van mij te stralen. ‘Ik wil mijn moeder facetimen’, riep zij gelijk. De 95 kookpotten die Malluh aan de muur bevestigde is een combinatie van geschiedenis en poëzie. Bedoeïenen gebruiken de lichtgewicht aluminium potten om in te koken (in de grootste past het vlees van maar liefst drie kamelen), terwijl de manier waarop ze aan de muur bevestigd zijn verwijst naar zeven Arabische gedichten, die volgens legende in de zesde eeuw aan de wanden van de Kaäba in Mekka werden opgehangen. De potten staan vooral om het samenzijn te benadrukken. Rondom de potten komt een gezelschap samen om verhalen te vertellen, een maaltijd te delen. Zo ontwikkelen de potten zich samen ook tot een vorm van poëzie.

Voor mij was het vooral een esthetisch werk, voor mijn vriendin was het een wereld van herkenning en herinneringen. ‘In Colombia koken wij ook in zulke grote potten’ vertelt ze mij stralend. Ze heeft geen bereik in het museum, anders had ze haar moeder aan de lijn gehad. Dan maar een foto ervan opsturen. Het is misschien niet de ontmoeting die de kunstenaar in gedachten had bij het werk, maar misschien wel des te betekenisvoller.

Geluid van de duivel

Ikzelf had een leuke wederontmoeting met Devils (2017, foto boven) van Oliver Beer. In dit werk geeft Beer keramieken voorwerpen een ‘stem’, door middel van microfoons die hij in de keramieken potten en vazen plaatst. Het geluid wordt vervolgens afgespeeld via de boxen op de achtergrond en een voorgeprogrammeerde mixer lijkt als-door-een-spook-bediend het één en ander te versterken. De wanklanken die ontstaan werden door de katholieke kerk in de middeleeuwen beschouwd als het geluid van de duivel en verboden. In september van 2019 kwam ik het werk aan de andere kant van de wereld tegen, in Hakone, Japan. Om het dan opeens in Nederland tegen te komen was vervreemdend en vertrouwd tegelijkertijd. Ook hier riep een werk herinneringen op, maar het gaf ook ruimte om het werk zelf beter te leren kennen. In Japan was bijvoorbeeld de spookachtige mixer mij niet opgevallen. Iets wat ik nu zag als een mooie aanvulling op de al mysterieuze klanken die je hoort.

Gemene delers

Ik ben nog niet helemaal overtuigd van verschillende werken die ‘met elkaar’ in ontmoeting gaan omdat ze een gemene deler hebben qua onderwerp. Een schilderij van wolken van René Magritte (La malédiction, 1931) in combinatie met een wolk gecreëerd op glazen panelen van Leandro Erlich (The Cloud – Doghead, 2014) voelt teveel als een inkoppertje. Ja, beide kunstenaars probeerden zoiets ongrijpbaar als een wolk te vatten in een ander medium, maar ik vraag mij af of daardoor de gelaagdheid van die werken er niet door verloren gaat.

Magritte probeerde bijvoorbeeld niet persé een realistische weergave van wolken te maken, bij hem gaat het juist vaak om te benadrukken dat het medium niet in de buurt kan komen van wat er afgebeeld is. Zijn bekende werk met een pijp en de opschrift ‘Dit is geen pijp’ (La trahison des images, 1928-29), gaat bijvoorbeeld ook over dat het inderdaad geen pijp is – hoe realistisch geschilderd het ook is – omdat het altijd een schildering blijft.

Het werk van Erlich gaat over hoe de mens grip heeft op de realiteit. Zo ‘bouwt’ hij als het ware de wolk op uit verschillende glaspanelen: van voren ziet het er uit als een wolk, van de zijkant lijk je opeens in de programmeercode van onze realiteit te kijken. Dat onze perceptie ook nog eens heel makkelijk te beïnvloeden is door een werk een suggestieve titel te geven (Doghead), blijkt als we er inderdaad een hondenkop in kunnen waarnemen. La malédiction kreeg echter haar naam door een bevriende kunstenaar van Magritte. Dan openen we een hele nieuwe discussie over de intentie van de kunstenaar en de perceptie van de toeschouwer: welke is juist? Kan je een werk een hele andere lading geven – en zou je dat überhaupt moeten willen – door het een andere titel te geven? Of is het idee van de kunstenaar tijdens het maakproces wat telt?

Goed om te weten:

Zoals je hierboven al leest, de meeste werken hebben echt wat toelichting nodig om de gelaagdheid ervan te doorgronden. Neem dus vooral het boekje met informatie mee bij binnenkomst. Niet alleen heb je dan altijd bij de hand waar je nou naar staat te kijken, maar ook kan je daarmee iets beter de onderliggende relatie tussen de werken begrijpen.

Leuk om te weten:

De kubussen van confetti zijn allemaal met de voet aangestampt door het personeel van Museum Voorlinden. Als een soort Italiaanse oma’s die tomatensaus aan het persen waren, stampte zij met hun voeten het papier aan, zonder dat daar extra lijm bij te pas kwam. Hier en daar brokkelt dan ook af en toe een stuk van de kubus af.

Rendez-vous
1 juni – 25 oktober 2020
Museum Voorlinden, Wassenaar

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *